Bromo en Ijen

29 september 2018 - Bromo Tengger Semeru National Park, Indonesië

In deze blog vertellen we over onze driedaagse reis langs de vulkanen Bromo en Ijen op Java. Deze tocht was zo spectaculair dat we er een film aan gewijd hebben. Klik hier voor de beelden bij het verhaal!

De vlucht van Yogyakarta naar Soerabaja doen we met een heel goedkope vliegtuigmaatschappij. De tickets zijn inclusief tien kilo ruimbagage dus we proppen onze handbagage vol met zware spulletjes en zo houden we maar een klein stukje overgewicht over. We moeten een paar euro bijbetalen voordat de backpacks op de roestige bagageband worden gelegd. Bij de security mag ons statief niet mee in de handbagage, dus ik moet terug naar de balie om die alsnog in de ruimbagage te stoppen. Na even zoeken tussen de berg met koffers vind ik mijn tas en ik prop het statief erbij. Ik hoef niet meer bij te betalen dus dit is een gratis extra kilootje in de bagage. Goed geregeld.

Een paar uur later staan we al in ons hotel in Soerabaja. Er is niet veel te beleven in de omgeving, maar dat geeft niet want we zijn hier alleen om een nachtje te overbruggen voordat we naar Bromo gaan. We hebben een hotel naast een winkelcentrum gekozen want daar zitten vaak wel wat eettentjes in. We lunchen bij een tentje dat op de Starbucks lijkt en we doen gelijk wat boodschappen voor onze vulkanentrip. Dan ontdekken we op de bovenste verdieping van het winkelcentrum een escape room! Het kost geen drol dus we besluiten om meteen te kijken of we het nog kunnen. Aan de muur hangt een grote kaart met stippen die aangeven waar ter wereld deze escape rooms nog meer te vinden zijn. Ze zijn zelf niet zo goed in puzzelen want de puzzel ‘waar ligt Nederland’ hebben ze opgelost met een stip midden in de Grote Oceaan. De kamer is helemaal in het Engels en zit heel goed in elkaar. We puzzelen ons door de verschillende ruimtes heen en na een minuut of vijftig kunnen we concluderen dat we het nog niet verleerd zijn! Zo hebben we ons verblijf in Soerabaja toch nog heel vermakelijk gemaakt. 

IMG_4909 IMG_4912

Donderdagochtend, de dag van de grote tour, komen we tot de ontdekking dat het winkelcentrum naast het hotel pas om tien uur open gaat. Daar gaan onze ontbijtplannen. Het hotel heeft alleen maar Indonesisch eten, dus we gaan op zoektocht in de buurt. Er is niks te vinden en de zoektocht eindigt bij Suzana’s Bakery. Daar hebben ze wel honderd soorten mierzoete broodjes, maar het is verrassend smakelijk. We zijn goed gevuld en klaar voor de tocht.

IMG_4917

We zijn een beetje gespannen voor de driedaagse tocht want we hebben heel veel horrorrecensies gelezen over smerige slaapplaatsen, slecht eten en gidsen die je belazeren en je kilometers laten lopen. Bij ons begint het goed, want stipt op tijd staat onze gids met zijn keurige auto voor de deur. Hij is verlegen, maar spreekt goed Engels, dus als we wat willen dan krijgen we het er wel uit. Onderweg vertelt de gids niet zo veel, maar hij verzorgt alles tot in de puntjes en hij rijdt heel prettig. De rit naar Bromo duurt vijf uur en leidt ons over slingerweggetjes de bergen in. Dankzij de stuurmanskunst van Steven, zo heeft hij zich voorgesteld, komen we om drie uur in de middag behoorlijk ontspannen aan in het dorpje Cemoro Lawang, aan de rand van Bromo Tengger Semeru National Park.

In het dorpje krijgen we de tweede positieve verrassing van deze tour: we verblijven in een verbazingwekkend mooi hotel waar ons houten hutje is voorzien van een heerlijke warme douche en een groot schoon zacht bed. Helaas zullen we daar vannacht maar een paar uurtjes slapen. Ook de lunch in het hotel is lekker, als je maar kiest voor een lokaal gerecht, dus we nemen nasi of iets wat daarop lijkt.

Na de lunch merken we dat we op grote hoogte zijn want het koelt heel snel af, vooral in de schaduw. We kleden ons warm aan en nemen nog wat extra laagjes mee in de tas want we gaan naar een uitkijkpunt om de zonsondergang te bekijken. Het plekje bevindt zich op een paar minuten lopen van het hotel en het is er verrassend rustig. We kijken uit op de vallei waar de krater van Bromo in de verte ligt te baden in de zon. De lucht is helder dus het is een prachtig schouwspel als de zon achter de bergen zakt en strooit met verschillende kleuren licht.

IMG_3636 IMG_3645-Pano IMG_3696-2

Als de zon is verdwenen gaan we aan tafel voor een hapje eten. We nodigen Steven uit om bij ons te komen zitten, maar dat voegt helaas weinig toe. Hij doet erg zijn best en is heel erg geïnteresseerd in Nederland, maar de gesprekken zijn wat moeizaam. Na het eten gaan we snel naar bed voor een paar uurtjes slaap want om drie uur vertrekken we alweer! Gelukkig is iedereen hier met hetzelfde doel, dus het is behoorlijk stil in het hotel.

Om drie uur staan we met slaperige oogjes in onze jas gedoken klaar voor vertrek. Wederom stipt op tijd is Steven er ook en we kunnen direct instappen bij een lokale chauffeur die zijn Toyota Landcruiser jeep voor de deur heeft staan. Het is een stoer bakkie met in het interieur geen airco, navigatie of andere luxe. Alleen de uiterst noodzakelijke knopjes en metertjes die de auto nodig heeft om te doen wat hij moet doen: met enorme kracht overal door- en overheen rijden. We zien onderweg vrij weinig want het is pikkedonker. We rijden achter de lichtjes van onze voorgangers aan naar King Kong Hill, waar we aankomen in een waar dorpje van kraampjes en stalletjes. We krijgen een lekker warm kopje thee met gebakken banaan en we kopen voor een euro een warme muts.

IMG_7943

Na de thee neemt de gids ons, achter een kraampje langs, mee naar een rustig plekje. Helaas is het vandaag niet geheel rustig, maar wel veel minder massaal dan het naastgelegen punt. We hebben weer geluk met het weer en we hebben prachtig uitzicht op Bromo en zijn broertjes in de vallei. Als de zon wat verder omhoog komt, wordt ook onze directe omgeving zichtbaar. De mooie begroeiing zet de vallei in een mooi decor en de nieuwe muts van Manon past precies in het plaatje.

IMG_3693-HDR IMG_3710 IMG_3729-HDR

IMG_3768 IMG_3753-2 IMG_3744

Vele foto’s later keren we terug naar de jeep, op naar deel twee. Het is inmiddels helemaal licht geworden, dus we kunnen nu zien dat we een groene jeep hebben. Met de jeep rijden we door de Sea of Sands, een enorme zandvlakte rondom de vulkanen. Onze gids vertelt dat er enkele jaren geleden een kleine uitbarsting was waarbij as en stukken steen over de sea of sands werden geslingerd. Hier en daar zien we stenen in het zand liggen als stille getuigen van die opvlieging van Bromo. Steven heeft ook een aandenken aan de uitbarsting. Hij toont ons een brandplekje op zijn arm, best een beetje griezelig.

Vlakbij de voet van de krater parkeert onze chauffeur de jeep. Nu zie je pas echt goed hoe druk het is, want het lijkt wel een beetje op het parkeerterrein P2 bij een thuiswedstrijd van Ajax, maar dan met alleen maar stoere jeeps. Vanaf het parkeerterrein moeten we een stukje lopen door het vulkaanzand. De lokale bevolking biedt paardjes aan als je deze afstand niet op eigen benen kunt of wilt afleggen. Het is een leuke verdienste voor de mensen hier, maar af en toe zie je een veel te grote toerist op een veel te klein paardje zitten en dan krijg je toch wel je bedenkingen. Overigens zien de beestjes er goed gevoed uit met een glanzende vacht, dus het oogt wel alsof er goed voor de dieren wordt gezorgd.

IMG_3807 IMG_3813 IMG_3879

Het laatste stukje gaan we in de file de trap op naar de kraterrand. Het is druk, maar eenmaal boven verspreidt de menigte zich goed over de kraterrand. Soms is het even manoeuvreren als je wilt passeren op het richeltje, maar het gaat meestal prima. Het is heel bizar als je de krater in kijkt en luistert. Er komt stoom naar boven, je hoort luid geborrel als van een waterkoker en je ruikt de zwaveldampen. Het is jammer dat het nog zo vroeg is en de zon nog te laag staat om goed licht in de krater te werpen, maar je kunt de angstaanjagende muil van het beest Bromo goed zien.

IMG_3818 IMG_3824 IMG_3825

IMG_3840 IMG_3827-HDR IMG_3865

IMG_3847 IMG_3798-2

Als we de zwavelgeur zat zijn, wandelen we terug naar de jeep. We zijn moe, maar de vele mooie indrukken geven ons energie. Het is half negen in de ochtend en we rijden terug naar het hotel voor een ontbijtje en een warme douche. Daarna maken we ons weer op voor een flinke rit richting de vulkaan die we morgen gaan bezoeken: Ijen.

We verblijven op twee uur rijden van Ijen in het dorp Bondowoso waar we, na een rit van vijf uur, aan het eind van de middag aankomen. Wederom zijn we verbaasd over wat we aantreffen want we checken in bij een groot resorthotel waar we in onze kamer weer van alle gemakken zijn voorzien. Als we vervolgens ook weer een heerlijke avondmaaltijd krijgen bij het restaurant van het hotel, zijn we de horrorrecensies inmiddels wel vergeten. We worden prima verzorgd en ondanks het zware programma genieten we volop. We gaan na het eten meteen naar bed want het wordt weer een kort nachtje, of eigenlijk avondje. We gaan blue fire bekijken en dat betekent dat we om half twee vannacht moeten gaan wandelen om op tijd in de krater te zijn. Een korte rekensom met twee uur rijden, leert ons dat we dan vanavond om half twaalf weer in de auto moeten zitten. 

Door de vermoeidheid van de vorige dag, lukt het ons redelijk om te slapen op het vroege tijdstip. Desalniettemin komt de wekker om kwart over elf als een mokerslag binnen. We slepen ons naar de lobby waar Steven al weer klaarstaat met twee tasjes ontbijt voor morgenochtend. We zijn erg moe, maar slapen in de auto lukt helaas niet. Op de slingerwegen is het zelfs met de fijne rijstijl van Steven niet mogelijk om je hoofd in een rustige slaappositie te krijgen. We berusten ons in het feit dat we de nacht gaan overslaan.

Om half twee komen we aan bij Ijen waar ons lot in handen wordt gelegd van een lokale gids. Steven mag een paar uurtjes slapen in de auto. Ook de lokale gids spreekt goed Engels en met zijn drieën beginnen we aan de wandeling naar de krater. Hoe lang het precies is, en hoe steil, daar zegt iedereen wat anders over, dus dat zullen we zelf moeten ondervinden. Op drie uurtjes slaap en een mueslireepje kunnen we de hele wereld aan, dus kom maar op met die berg.

Helaas blijkt al snel dat het hier, net als op de andere plekken die we op Java hebben bezocht, erg druk en toeristisch is. Als bij de avondvierdaagse lopen we in colonne in het donker de berg op. De beklimming van Ijen is zwaarder dan die van Bromo, maar het gaat ons goed af. Na veertig minuutjes en flink wat hoogtemeters komen we aan bij een warung (restaurantje) waar we de tijd nemen voor een lekker warm bakkie koffie. De gids zegt dat we nog vroeg zijn en dat het boven koud is, dus we wachten nog even lekker binnen in het hutje.

Na weer een goed half uur klimmen, bereiken we de top van de vulkaan. We hebben in totaal zo’n vijfhonderd meter geklommen en we zijn trots op onszelf. De wandeling ging ons redelijk makkelijk af en we hebben nog genoeg energie over. Inmiddels hebben we een gasmasker opgezet vanwege de zwaveldampen die uit de krater van Ijen omhoog komen. Zonder masker prikt het in je keel en blijf je hoesten. De maskers voegen een extra dimensie toe aan het avontuur want het ziet er natuurlijk heel heftig uit als mensen met maskers op door de rookwolken lopen.

We verlaten de vulkaanrand om verder af te dalen richting de krater van de vulkaan. Voetje voor voetje klauteren we in de rij naar beneden. Onderin de krater aan de oever van het kratermeer zijn we getuige van een heel bijzonder fenomeen. Zwavelgassen die bij een temperatuur van zeshonderd graden Celsius uit de diepte van de vulkaan naar boven komen, ontsteken in blauwe vlammen. Het fenomeen wordt heel toepasselijk blue fire genoemd. De zwaveldampen zijn hier heel heftig en het masker hebben we hier echt nodig! We doen verwoede pogingen om een goede foto van het blue fire te maken, maar in de duisternis worden we gehinderd door de rook en door de zaklampen van de andere toeristen. Gelukkig vangen we wel een paar stukjes bruikbare film waarmee we een mooi aandenken aan dit avontuur kunnen maken. Plotseling worden we verrast door een grote vieze bulk zwavelrook die ons het zicht volledig ontneemt. Manon schrikt er een beetje van en in een poging om een stuk terug te krabbelen incasseert ze een aantal blauwe plekken op haar knieën. Het is genoeg geweest en we verlaten de ongezonde plek.

Tijdens het klimmen en klauteren in de krater komen we af en toe een mijnwerker tegen. De mijnwerkers hebben hier een bizar heftig bestaan. Ze bikken brokken zwavel uit de krater van de vulkaan en slepen die met tientallen kilo’s tegelijk in manden op hun schouders naar boven. De mannen lopen zonder masker in de vreselijk ongezonde dampen en ze nemen dit risico voor een hongerloontje. Per kilo zwavel verdienen ze slechts vijftienhonderd roepiah (0,09 euro) en dat is een goede prijs want niet lang geleden was dit nog maar duizend roepiah (0,06 euro). Om toch nog een beetje te verdienen, dragen de mijnwerkers zestig tot zeventig kilo op hun schouders naar boven, een klim van honderdvijftig hoogtemeters over de rotsen. Heftig!

IMG_3897 IMG_3903 

Naarmate we dichter bij de kraterrand komen, wordt het langzaam lichter. De zon komt steeds verder op, en als we boven zijn krijgen we te zien waar we in het donker alleen maar naar konden raden. Het kratermeer heeft een prachtige groenblauwe kleur en het lijkt wel een schilderij dat zich voor ons ontvouwt.

IMG_3908 IMG_3952-HDR IMG_3941

Om zes uur starten we aan de terugweg naar beneden. Het leuke van een nachtwandeling is dat de terugweg over hetzelfde pad in het licht weer een totaal nieuwe belevenis is. We zien nu voor het eerst hoe maf we eruit zien met de gasmaskers op ons hoofd in de rokerige omgeving. Het lijkt wel een scene uit een film over het einde van de wereld.

IMG_8011 IMG_3910 IMG_8005

Om kwart over zeven komen we aan bij de auto waar het ontbijtje, dat ooit misschien vers is geweest, op ons ligt te wachten. We barsten van de honger, dus het kan ons weinig schelen en het droge witte brood met mierzoete jam gaat er prima in.

Het avontuur zit er bijna op. We leggen nog een laatste rit van twee uur af door een prachtig landschap naar de kustplaats Banyuwangi. Daar komen we al vroeg in de ochtend in het hotel aan, en waar we al bang voor waren gebeurt: de kamer is nog niet beschikbaar. Doodmoe wachten we een tijdje in de lobby totdat we bij wijze van uitzondering al om tien uur onze kamer mogen betrekken. De kamer heeft een heerlijke douche en die kunnen we goed gebruiken want het stof zit werkelijk overal. We komen ook tot de ontdekking dat zwavel en zilver niet goed samengaan. De oorbellen van Manon zijn pikzwart geworden.

Na de douche zijn we weer redelijk het mannetje en we besluiten om niet te gaan slapen om een jet lag te voorkomen. We maken vast een start met het verwerken van de foto’s en filmpjes van de afgelopen dagen. Wat hebben we toch veel moois mogen zien! Bekijk hier de film van ons avontuur.

We halen het tot het einde van de dag, maar dan gaat het kaarsje ook echt uit. In Banyuwangi slapen we ons laatste nachtje op Java. Morgen nemen we de boot naar Bali. We kunnen het eiland vanuit ons hotel al zien liggen! 

IMG_8022

Foto’s

5 Reacties

  1. Ruud Elbers:
    2 oktober 2018
    Wauw, wat is Moeder Aarde toch prachtig !!
  2. Emmy bak:
    2 oktober 2018
    wat geweldig om dit weer te zien, toen ik er was ,waren er niet zoveel toeristen, was ook in de vorige eeuw haha kregen toen ook geen gasmaskers, super jongens om dit allemaal mee te maken . Chapeau zoals het allemaal wordt opgeschreven, ik beleef het allemaal weer , dank en dikke knuffel
  3. Leo:
    2 oktober 2018
    Tjonge jonge jonge!!! Film heb ik op de tv gekeken ADEMBENEMEND (letterlijk en figuurlijk)
  4. Ria Horst:
    2 oktober 2018
    Zo, dat was weer een spannend avontuur, het leek wel of ik zelf een masker op had. Super mooi!
  5. Ronald & Barbara:
    12 oktober 2018
    Een fraai filmpje. Geothermische activiteiten blijven intrigeren.